De Nobele Autist

Terug

Romana Vrede heeft een kerngezonde puberzoon met autisme en een verstandelijke beperking, Charlie. Haar angst is dat wanneer Charlie sterft, als oude man, hij zijn moeder nodig zal hebben maar zij er niet meer is.

In De nobele autist richt Vrede zich tot haar zoon en schrijft ze over zijn leven, waarop hij in voetnoten af en toe fictief reageert. Ze begint bij zijn dood, zodat ze hem in romanvorm toch bij zal kunnen staan, en ze herinnert zich zijn jongste jaren. Het geluk van het fietsen op de tandem en de ontbijtjes in bed, maar ook de wanhoop, het onbegrip en de angst voor escalaties. Charlie dwingt haar te focussen, hij laat haar de wereld zien door zijn ogen, zonder zich te laten misleiden door sekse, status, huidskleur of beperking.
Ze fantaseert over zijn volwassen jaren; waar hij zal gaan wonen en werken, en of hij verliefd wordt. In gedachten stelt ze hem vragen: Charlie, heb je vrienden gehad? Had je graag naar school willen gaan? Wilde je participeren in deze maatschappij? Wist je dat ik moeilijk kon omgaan met de reacties die je opriep? Dat ik mij vaak schaamde om hoe ik moeder was?


Auteur: Romana Vrede

Zie link