Er gebeurt altijd wat

Belinda (46 jaar) is via het ziekenhuis en de psychiatrie in de gehandicaptenzorg terecht gekomen. Zij deed de opleiding HBO-V en liep daarvoor verschillende stages. De ene stage vond ze leuker dan de ander. De laatste plek was bij Gemiva-SVG en ze is daar nooit meer weggegaan. “Swetterhage is een locatie van Gemiva-SVG. Ik werkte meteen met een groep mensen met moeilijk verstaanbaar gedrag (mvg) en vond dat spannend. Er speelde iedere dag van alles en ik was nog behoorlijk jong. Dat heeft wel indruk op me gemaakt.” Vanaf 1999 is Belinda nu werkzaam met mensen met een ernstige verstandelijke beperking en moeilijk verstaanbaar gedrag (MVG).

“Ondertussen gebeurde er natuurlijk ook van alles in mijn leven. Ik kreeg kinderen en ik ben daarom minder uren gaan werken. Ik werkte daardoor ook op verschillende groepen. Nu ben ik al weer 2,5 jaar op het kinderdagcentrum (KDC) aan de slag met kinderen met MVG en een ernstig verstandelijke beperking. Ik ben persoonlijk begeleider. De meeste kinderen die op het KDC komen, wonen ook op Swetterhage.”

Aansluiten en blijven ontwikkelen

“Op het KDC houden we een vaste structuur aan. Rond half tien komen de kinderen binnen. We starten dan met een werkje. Tussendoor houden we pauze of een ontspanningsmoment. Dan eten of drinken we wat. Klusjes zijn bijvoorbeeld een was draaien, boodschappen doen bij de supermarkt, meedoen met het groenteam. De klussen zijn toegespitst op wat het kind kan en aankan.”

“Ik vind het soms moeilijk om bij kinderen met een heel laag niveau gemotiveerd te blijven zoeken naar ontwikkelingsmogelijkheden. Dat is natuurlijk wel belangrijk om continu te doen. Het is naar mijn idee goed als er eens in de zoveel tijd een andere collega met je meekijkt. Op die manier is er een frisse blik die andere dingen ziet dan jezelf.”

Ik zeg wat ik doe en doe wat ik zeg

“Kinderen helpen om nog beter in hun vel te gaan zitten, dat vind ik mooi aan mijn werk. Iedereen zit er wel eens doorheen, of heeft een slechte dag. Als het dan samen lukt om je beter te voelen dan ga ik vrolijk naar huis. Met elkaar vieren we ook kleine triomfen. Bijvoorbeeld als een kind zelfstandig naar de wc kan. Ik vind het belangrijk om de kinderen waarmee ik werk goed te kennen en hen te leren begrijpen. Door de band die ik met hen opbouw zorg ik ook voor rust en veiligheid. Mijn duidelijkheid helpt daar ook bij. Ik zeg wat ik doe en ik doe wat ik zeg. Dus zowel mijn team als de kinderen weten wat zij aan mij hebben.”

“De band met de kinderen is voor mij belangrijk. Als zij zich prettig en veilig voelen dan ontstaat er ruimte voor ontwikkeling. Het is aan ons als begeleiders om aan die band en dus de relatie te werken. Door al mijn jaren werkervaring merk ik hoe belangrijk het is om iemand goed te kennen en nabij te zijn. Het is ook heel erg leuk om, als je langer op dezelfde plek werkt, iemand echt te zien groeien en ontwikkelen. De kennis en ervaring die ik daarmee heb opgedaan kan ik ook weer goed overdragen aan collega’s.”

Vrijheid, kaders en complimenten

“Ik vind het in mijn werk prettig als ik vrijheid heb om zelf en samen met het team te kunnen bepalen wat we op een dag kunnen doen. Tegelijkertijd vind ik het ook fijn als er heldere kaders zijn, die geven houvast in mijn werk. Momenteel mag er wat mij betreft meer sturing geboden worden door de organisatie. Waardering van mijn werk door collega’s, maar ook door mijn leidinggevende vind ik fijn om te krijgen. Dat mogen meer doen, want wie vindt het nou niet leuk om complimenten te krijgen?”

Verfrissend

“Mijn allereerste dag bij Amerpoort was heel verfrissend.” Voor de gehandicaptenzorg werkte Jonne in de Jeugdzorg. “Ik heb HBO studie Maatschappelijk werk en dienstverlening gedaan en wilde graag met jeugdigen en re-integratie aan de slag. De gehandicaptenzorg trok me niet omdat ik dacht dat het veel uit lichamelijk verzorgende taken bestond. Via het uitzendbureau heb ik uiteindelijk twee jaar in de Jeugdzorg gewerkt. Daar voelde me ik meer een politieagent dan begeleider. Via een vriendin die met mensen met moeilijk verstaanbaar gedrag werkte ben ik terecht gekomen op mijn huidige plek. Zij vertelde zo gepassioneerd over haar werk dat ik nieuwsgierig werd. Ik ben heel blij dat ik ben overgestapt, ik heb echt mijn plek gevonden.”

Samen met Jonne wandelen

Gedrag als communicatiemiddel

“Achter ieder gedrag van een cliënt ligt een vraag of een behoefte. Het is aan mij als begeleider om uit te zoeken wat die vraag is. Ik vind het belangrijk om de cliënten goed te (leren) kennen en een band met hen op te bouwen. Ik leer dan op welke wijze we met elkaar kunnen communiceren.

Een vast team

“Mijn team heeft ups en downs gekend. Twee jaar geleden zijn we verhuisd en sindsdien werken we met een vast team. Er waren daarvoor veel wisselingen en sommige collega’s waren ziek. Het werk is best pittig en eist veel van je als begeleider. Door de wisselingen gaat er kennis en levensgeschiedenis van cliënten verloren. Natuurlijk is alles netjes vastgelegd zodat je het kunt lezen, maar je kunt niet alle interacties en ervaringsmomenten vastleggen. Juist de ervaringen van de collega’s mis je dan. Maar stel je je ook eens voor dat je je telkens opnieuw moet voorstellen. Dat er weer een nieuw gezicht is of dat je niet weet wie je in de ochtend aan de ontbijttafel treft? Het is voor verwanten frustrerend en verdrietig om voor de zoveelste keer hun verhaal te vertellen aan nieuwe begeleiders, gedragsdeskundige of behandelaars. Dat zij voor keer op keer moeten vechten voor een plek thuis en dagbesteding voor hun zoon of dochter waar hij of zij begrepen wordt. Dit zorgt voor spanning en onrust. Ik ervaar dus echt de meerwaarde van een vast team zowel voor de cliënten en verwanten als voor mezelf.”

Barbecueën in de zon

“Waar ik trots op ben is dat we met elkaar een thuis hebben kunnen bouwen in de afgelopen jaren. We vormen nu een stabiel team, we kennen de cliënten en zij kennen ons. Het gaat momenteel zo goed dat we met elkaar buiten aan tafel kunnen barbecueën in de zon. Dat klinkt als iets kleins, maar door dit werk waardeer ik juist het kleine.”
“Ik vind het mooiste aan dit werk dat je door stevig in je schoenen te staan, geduld, nuchterheid en humor zoveel voor een ander kan betekenen. Door kleine stapjes te zetten kun je met elkaar heel veel bereiken en dat smaakt naar meer. Dus vier een feestje bij ieder stap, want deze brengen je altijd vooruit.”

De belangrijke ander

Rachel (30 jaar) werkt sinds 9 jaar als vaste begeleider in de gehandicaptenzorg met mensen met moeilijk verstaanbaar gedrag. Ze is als stagiaire begonnen tijdens haar studie SPH. Eigenlijk is ze per toeval in de gehandicaptenzorg terecht gekomen. “Het was heel moeilijk om een stageplek te vinden.” Toen ze eenmaal bij Amerpoort aanklopte kon ze kiezen uit drie plekken. Ze had helemaal geen ervaring en is gestart op de dagbesteding voor volwassenen. “Mijn eerste week dacht ik waar ben ik beland?”

Even wennen

“Het was dus even wennen aan mijn nieuwe stageplek. Uiteindelijk heb ik een jaar stage gelopen en raakte ik verknocht aan de mensen en vond ik het werk erg leuk. Vooral door mijn relatie met hen kon ik ook op moeilijke dagen met hen eruit komen. Je wordt op den duur de belangrijke ander.”

Overstap

“Na dat jaar maakte ik de overstap naar een jongerengroep. Daar ben ik na mijn stage blijven plakken en werd ik coördinerend begeleider. Ik werk nu op 2 dagbestedingsgroepen met tieners en jongvolwassenen. We bieden een ontwikkelingsgericht dagprogramma aan. Hier komen jongeren met complexe problematiek en moeilijk verstaanbaar gedrag waaronder jongeren met EVB+. We onderzoeken hoe zij zich verder kunnen ontwikkelen. Dat hangt mede af van hun niveau en hun eigen behoefte.”

Veters strikken

“In onze groep komt bijvoorbeeld één jongen die alles heel graag zelf wil doen en liever geen hulp van een begeleider wil. De neiging van ons als begeleiders is toch nog weleens om taken over te nemen. Dat frustreerde hem enorm. Samen bekeken we hoe we zijn zelfstandigheid konden vergroten en ontstond het plan om hem te leren zijn eigen veters te strikken. De medewerker van de technische dienst heeft daarvoor een grote houten schoen gemaakt met veters. Iedere ochtend strikten we samen de houten schoen. Veters strikken is een uitdagende vaardigheid om te leren. Geduld en doorzettingsvermogen zijn dan ook belangrijk. Maar na één jaar iedere dag strikken is het gelukt. Een enorme mijlpaal voor hem. Dat hebben we gevierd met taart die door ouders werd meegebracht.”

Ondertiteling bij de wereld

“Op de dagbesteding komen jongeren zoals alle anderen jongeren. Ze hebben dezelfde behoeftes, willen plezier hebben en de wereld begrijpen. De jongeren op de dagbesteding kunnen dat vaak niet verbaal duidelijk maken en vertonen gedrag waarvan de onderliggende vraag of reden onduidelijk is. Het is voor ons een puzzel om uit te vinden wat hij of zij duidelijk wil maken. Deze jongeren hebben ondersteuning nodig van de mensen om hen heen om de wereld te begrijpen. Samen met verwanten zorgen we voor de ondertiteling van de wereld. En we begeleiden hen om zo goed mogelijk te gaan met stress en angst.”

Meedraaien in het huishouden

“Mensen met EVB+ kunnen vaak niet verbaal uiten wat zij willen leren en wat zij leuk vinden om te doen. Dat onderzoeken we dan op andere manieren. We spreken met verwanten en bieden verschillende activiteiten aan om te kijken wat hen aanspreekt. Ook kan het zijn dat sommige jongeren er gewoon niet zoveel zin in hebben. Die willen liever wandelen. Dan kijken we hoe we hen toch kunnen prikkelen. De ontwikkeling gaat ook over de dagelijkse activiteiten zoals tafel dekken, afwassen of vaatwasser in- en uitruimen. Dit proberen we dan te leren zodat hij of zij kan meedraaien in het dagelijks leven.”

Sprong in het diepe

“Ik heb een hele mooie baan. Ik mag met mensen werken, hen ondersteunen en helpen om verder te ontwikkelen. Een mooie bijkomstigheid is dat ik tegelijkertijd mezelf beter leer kennen. Dat komt door reflectie op mijn eigen handelen en gedachten. Toen ik als stagiaire begon, moest ik het begeleiden van mensen met EVB+ een kans geven. Het duurt soms even voordat je echt verknocht raakt. Doordat er minder bekend is over mensen met EVB+ en zij minder zichtbaar zijn in de maatschappij kan het een sprong in het diepe zijn. Geef het dus een kans, voor mij is het een leuke ervaring geworden.”

Van de steigers naar de zorg

“Tot mijn 31ste stond ik op de steigers. Ik was steigerbouwer en deed zwaar en gevaarlijk werk. Toen de crisis kwam, werd het werk er niet leuker op. Een vriend tipte mij op een vacature in het Huis van Bewaring. Dat zag ik als kans om mezelf verder te ontwikkelen. Ik heb het werk een jaar gedaan. Daarna kwam ik ‘via via’ bij de Baalderborg Groep terecht en ben ik gaan werken met mensen met een EVB+. Ik had nooit gedacht dat ik dit werk zou gaan doen, maar het geeft me een enorme voldoening.”

Renco (36) werkt nu alweer een aantal jaren bij de Baalderborg Groep. Hij volgde in deze baan de opleiding sociaal agogisch werk en deed daarnaast verschillende trainingen.

“Ik vind mensen met EVB+ een speciale doelgroep. Er mag meer aandacht aan hen geschonken worden in de opleiding. Ik merk dat docenten niet alles weten en hierdoor vastlopen. Door aanvullende cursussen én ervaren collega’s heb ik wel veel geleerd en leer ik nog steeds. We hebben een relatief jong team. De meeste collega’s zijn rond de 30 jaar, maar werken echter al lang met mensen met EVB+. Er is dus veel ervaring in het team.”

Op pad voor de boodschappen

“Ik werk op een groep waar 6 mannen tussen de 20 en 45 jaar oud wonen. We hebben een locatie in het bos. Harstikke mooi en we hebben verschillende voorzieningen op het terrein. Ik werk met een vaste groep, maar val soms ook in op een andere groep. Dat vind ik leuk voor de afwisseling en een ander paar ogen kan soms ook helpen. De dagbesteding vindt plaats op het terrein. Iedere zaterdag gaan we boodschappen doen met de mannen. We gaan dan echt op pad. Door dit regelmatig te doen vergroten de mannen ook hun vaardigheden. Dat heeft natuurlijk tijd nodig, maar we dagen hen beetje voor beetje verder uit.” 

Pionieren

“Ik vind het leuk dat ik in mijn werk continu bezig ben met het inschatten van wat de client nodig heeft. Als je langer met elkaar werkt dan weet je gewoon meer hoe iemand is en kun je dus ook beter inspelen op behoeften. Je ziet gedrag dat telkens weer terugkomt en dus herkenbaar wordt. De relatie verbetert en de band versterkt. Toch blijft het ook pionieren. Je wordt uitgedaagd om de stemming bij de client en de groep goed te krijgen of te verbeteren.”

Vertrouwen in elkaar

“Ik ben een echt mensenmens. Ik wil zoveel mogelijk tijd met de mannen doorbrengen en met hen bezig zijn. Door de krapte op de arbeidsmarkt, maar ontwikkelingen in de organisatie is dat spannend. Ik merk dat de laatste jaren steeds meer taken bij ons zijn gekomen. Als team pakken we dat zo goed mogelijk op en verdelen we de taken. Ik ben trots op mijn team hoe we dit met elkaar doen. We zijn ook creatief in oplossingen en de sfeer in het team is goed. We krijgen vertrouwen van onze leidinggevende. Ze spreekt uit dat ze tevreden is; ‘Als mijn team zegt dat iets nodig is, dan is dat er nodig en dan regelt ze het’. Ook ouders spreken hun waardering uit, dat voelt heel goed.”

“Als jij, net zoals ik, een hele andere carrièrestap gaat maken dan is als eerste van belang dat je mensenwerk leuk vindt. Sta je daarnaast ook nog stevig in je schoenen? Trek dan goede stappers aan en waag een poging!”

Een sprong in het diepe

Marjolein werkt sinds september 2018 met mensen met een ernstig verstandelijke beperking en moeilijk verstaanbaar gedrag. Op aanraden van collega’s is zij mee gegaan naar de nieuwe locatie in Vries voor jongeren met EVB+. Het was een sprong in het diepe waar ze heel gelukkig mee is.

“Ik wist al vroeg dat ik graag met mensen wilde werken. Het liefst wilde ik juf worden. Tijdens mijn opleiding sociaal agogisch werk kwam ik in het tweede jaar met de gehandicaptenzorg in aanraking. Ik ben toen begonnen als flex-medewerker bij Cosis. Daar werkte ik op verschillende groepen, zowel op dagbesteding als wonen. Uiteindelijk ben ik in vaste dienst gekomen op één locatie voordat ik meeging naar de nieuwe locatie in Vries.”

Een nieuw thuis

“Het is natuurlijk altijd spannend om naar een nieuw huis te gaan. Daarom zijn we op tijd begonnen met de voorbereidingen. We merken dat we steeds beter onze draai vinden. Het team is compleet en de groep bewoners ook. We kunnen dus nu ook echt bouwen aan rust en stabiliteit.”

“Op de nieuwe locatie wonen 8 jongeren met EVB+ in twee gekoppelde huizen. De jongste jongere is 14 en de oudste is 27. Dagbesteding doen we nu in het huis en sommige cliënten gaan binnenkort meedoen met de dagbesteding op het terrein. Er zijn op het terrein verschillende faciliteiten zoals een supermarkt, zwembad, kinderboerderij en een moestuin. We hebben deze nieuwe locatie omdat we de jongeren een nieuwe veilige en prettige woonplek willen bieden. Wij allemaal zitten goed op onze plek.”

“We bouwen aan een nieuw thuis. Met elkaar zoeken we wat cliënten leuk vinden om te doen, waar zij in kunnen ontwikkelen en wat ze al goed kunnen. Ook overleggen we regelmatig met andere betrokken disciplines over activiteiten. Iedere dag is weer anders. Het is altijd bekijken hoe iemand in zijn eigen vel zit en hoe het met de groep gaat.”

Feedback geven

“Het team waar ik mee werk is hecht en zorgzaam. Dat is heel fijn, maar het maakt het soms ook moeilijk om feedback aan elkaar te geven. Dat is wel belangrijk om te doen voor de veiligheid. Dus we spreken bij iedere aanvang en einde van de dienst de dag door en geven elkaar feedback.”

“Met alle ouders hebben we goed contact. Hun kinderen wonen bij ons, maar de ouders spelen een belangrijke rol in hun leven. Daarom vinden we het ook belangrijk dat we een goede band met elkaar hebben. Iedereen kan gewoon langskomen. Ook klusjes, zoals het maaien van het gras, wordt opgepakt door ouders. Samen met de ouders houden we droomsessies. Daarin kijken we samen met de verwanten wat zij echt, zonder belemmeringen, voor hun kind zouden willen. Deze sessies zijn heel mooi om te doen.”

Jezelf kunnen zijn

“Jezelf kunnen zijn is in mijn ogen heel belangrijk. We zorgen er met elkaar voor dat we de omgeving en begeleiding kunnen bieden waarin dat natuurlijk gaat. Ikzelf hoop hier heel lang te blijven werken. Ik wil graag de jongeren zien groeien en ontwikkelen en daar samen met het team een bijdrage aan leveren.”

Een verrijking van mijn leven

Linda is 34 jaar en werkt sinds haar 19de bij Cosis. Zij heeft haar opleiding bedrijfsadministratie afgerond bij een stichting voor mensen met een beperking. Het administratieve werk was toch minder leuk dan het contact met cliënten. Na een vacature tip van haar moeder solliciteerde ze bij Cosis en startte zij een BBL traject. Dat beviel zo goed dat ze inmiddels werkt op een locatie middenin de stad Groningen.

Enorme gymzaal

“Ik werk op een mooie locatie met veel voorzieningen. Samen met collega’s begeleid ik mensen met een Ernstig Meervoudige beperking (EMB) en Ernstig Verstandelijke Beperking en moeilijk verstaanbaar gedrag (EVB+). Er zijn 5 dagbestedings- en 4 woongroepen. De mensen die ik begeleid hebben een laag sociaal emotioneel niveau en hebben de leeftijd tussen de 19 en 30 jaar. We doen veel met de cliënten. Er is een mooie binnentuin, we kunnen paardrijden, zwemmen en we hebben een enorme gymzaal. Die gebruiken we niet alleen voor bewegingsactiviteiten maar ook verjaardagen en Sinterklaas wordt hier gevierd. Het is altijd een groot feest!”
“Toch kijken we naar een andere locatie. In de stad heeft voordelen, maar we merken ook dat de cliënten te veel prikkels ervaren. Met name de cliënten op de begane grond. Die ervaren veel onrust.”

De kat uit de boom kijken

“Ik werk samen met 8 vaste collega’s op een groep met 6 cliënten. Sinds 2,5 jaar woont een jongvolwassen jongen bij ons. Voor die tijd logeerde hij in verschillende logeerhuizen en een keer in de week bij zijn ouders. Via het logeerhuis is hij uiteindelijk hier komen wonen. De eerste vier maanden keek hij de kat uit de boom en moest hij erg wennen. Na deze periode zocht hij steeds vaker de grenzen op door bijvoorbeeld dingen kapot te maken, maar door ook de begeleiders pijn te doen en te schelden. Onze eerste reactie daarop was om sancties op te leggen, bijvoorbeeld door minder tijd op de Ipad te geven. Dit werkte totaal averechts.”

Onderzoeken wat wel werkt

“Met het team zijn we gaan onderzoeken wat er aan de hand was en wat we als begeleiders anders konden doen. Eerst hebben we samen met de arts alle lichamelijke of mogelijke medische oorzaken uitgesloten. Daarna samen met de gedragsdeskundige emotioneel-sociaal onderzoek gedaan en veel met de ouders gesproken. Het bleek dat we hem sociaal-emotioneel veel te hoog in hadden geschat. Deze jongen praat veel en kopieert tekst van de begeleiders, de radio of wat hij heeft gehoord op de televisie. Daardoor komt hij verbaal sterk over, maar door verder te vragen blijkt dat hij niet goed snapt wat hij zegt of bedoelt. Daardoor begrepen wij hem niet en hij ons niet. We overschatten dus wat hij aankan. Dat gaf veel frustratie voor hem.”

“Na veel gesprekken met ouders en het team en het aanpassen van onze begeleidingsstijl gaat het een stuk beter. Wij begrijpen hem beter en hij ons. Daardoor is er rust gekomen en is er vertrouwen. Wij weten nu ook veel beter wat hij leuk vindt om te doen en waar hij goed in is. Hij vindt het ontzettend leuk om anderen te helpen. Hij heeft nu ook een betere relatie met de andere bewoners. Doordat we echt anders met hem omgaan is er veel meer rust en plezier in de groep.”

Simpele oplossing met groot succes

“Een andere client werd boos als zij moest douchen. We kwamen erachter dat dit kwam doordat zij niet wist wanneer ze dat moest doen. Nu haar al tijdens het eten voor te bereiden daarop, gaat ze uit zichzelf al spullen pakken. De simpele oplossing was: het neerleggen van een ‘verwijzer’, een spons naast haar mes een vork. Voor haar was het daardoor duidelijk: na het eten ga ik douchen.”

“Dit zijn ontwikkelingen waar ik trots op ben. Dat we samen met het team, de ouders en client positiviteit vinden. Ik vind het werk leuk omdat je altijd bezig bent met observeren, analyseren, en uitproberen. Iedere dag is anders, iedere dag gebeurt er wel iets en dan is het mooi als we de dag goed kunnen afsluiten. We gaan dit jaar voor de tweede keer op bewonersvakantie. Samen bedenken wat we gaan doen, dat is echt heel leuk. En dat we dit met elkaar kunnen doen! Voor het team is het ook erg leuk om te doen. Zo leer je elkaar nog beter kennen.”

Verrijking van jouw leven

“Wanneer je twijfelt om te werken met mensen met EVB+, maak dan wel bewust een keuze voor een langere termijn. De cliënt wil jou leren kennen en jij hem of haar. Als je iemand kent dan kun je hem of haar veel beter begeleiden. Je bouwt een band op. Wees je er bewust van dat zij voor een groot deel afhankelijk zijn van jou. Het opbouwen van vertrouwen en een relatie heeft tijd nodig. Ga die commitment aan, het verrijkt je leven!”

Van detailhandel naar begeleider van mensen met EVB+

Nicky (24) werkt sinds 2 jaar met mensen met EVB+ bij Ipse de Bruggen. “Eigenlijk ben ik zomaar in dit werk gerold. Ik deed een opleiding in de detailhandel. Na 2 jaar ben ik daarmee gestopt, omdat ik het toch niet zo leuk vond. Ik wilde meer met mensen werken en volgde de MMZ nivo 3 opleiding. Tijdens mijn stage op een BSO en kinderdagcentrum voor kinderen met een verstandelijke beperking werd mij duidelijk dat dit beter bij mij past.”

De zoektocht naar een prettige dag

Bij Ipse de Bruggen is Nicky haar opleiding nivo 4 gestart. Na een overweging, zette ze haar opleiding on hold om te gaan werken. Ook maakte ze de overstap van het werk met kinderen naar volwassenen. Nicky werkt nu op een woning voor mensen met EVB+. “Het is een gesplitste woning waar in totaal 14 bewoners leven. Het zijn met name mannen in de leeftijd tussen 19 en 60 jaar oud. Samen met 15 collega’s begeleid ik de hen. De afwisseling maakt mijn werk interessant.”

“Iedere dag zijn we bezig met het observeren en begeleiden van de bewoners. Momenteel onderzoeken we hoe we een 60-jarige client een zo prettig mogelijke dag kunnen bezorgen. Hij heeft een ernstig verstandelijke beperking gecombineerd met moeilijk verstaanbaar gedrag en dementie. De laatste tijd loopt hij zeer moeilijk en heeft hij pijn. We kijken samen met de arts en andere disciplines hoe we zijn fysieke pijn kunnen beperken, maar juist ook hoe hij zo mobiel mogelijk kan blijven. Hij heeft bijvoorbeeld nu een rollator.”

“Ik vind het heel erg interessant om te onderzoeken waar gedrag vandaan komt. Dat doe ik door de client goed te observeren en te analyseren. Zit hij niet goed in zijn vel, waardoor komt dat? Heeft de hij pijn, of is er iets anders aan de hand? Je hebt geduld nodig om te achterhalen wat er aan de hand is. Maar het voelt goed als ik erachter kom en daar iets aan kan doen. Dit zorgt voor rust. Mijn stagebegeleider zei ooit tegen mij, je moet altijd 7 stappen vooruit denken. Dat doe ik dan ook en helpt me in mijn werk. Dat betekent niet dat ik nooit mijn geduld verlies. Dan schakel ik de hulp van mijn collega in.

Vertrouwen op elkaar

“Mijn collega’s zijn heel belangrijk voor mij. Als team moeten we op elkaar kunnen bouwen en in elkaar kunnen vertrouwen. Je moet echt op je collega’s terug kunnen vallen. We spreken open over verwachtingen naar elkaar en wanneer iets beter gedaan had kunnen worden. Dat is belangrijk voor de veiligheid in het team. Ook hebben we natuurlijk plezier met elkaar.

Verkeerd beeld

“Ik denk dat veel mensen een verkeerd beeld hebben van mensen met EVB+. Ook worden zij vaak verkeerd begrepen. Mensen met EVB+ uiten zich op een andere manier omdat verbale communicatie niet goed lukt. Daarom is observatie en zijn andere communicatievormen zo belangrijk. Het onderzoeken wat er aan de hand is en waarom iemand zich op een bepaalde manier uit vind ik juist zo interessant aan mijn werk.”

Ervaren hoe het is

“Iedereen die een baan overweegt in de gehandicaptenzorg en met mensen met EVB+ zou een dag mee moeten lopen. Dan zie en ervaar je hoe uitdagend het werk is. Mijn toekomst? Ik wil heel graag de nivo 4 opleiding doen en blijven werken met mensen met EVB+.”

Het verhaal van Jessica

Dit is het verhaal van Jessica. Al bijna twaalf jaar werkt zij voor de organisatie Siza. Deze organisatie biedt zorg en dienstverlening aan kinderen, jongeren en volwassenen met een lichamelijke, verstandelijke of meervoudige handicap. Jessica begeleidt op locatie ‘De Kameleon’ kinderen met een ernstig verstandelijke beperking in combinatie met moeilijk verstaanbaar gedrag (EVB+).

Toen Jessica voor het eerst met de doelgroep EVB+ ging werken, wist zij niet goed wat zij kon verwachten. In dit verhaal lezen jullie hoe zij het werk met deze doelgroep ervaart.

Kinderen met EVB+ hebben een complexe zorgvraag. Daarom hebben zij een persoon naast zich nodig om te dag door te komen. Hoe het kind zich lichamelijk voelt, speelt een grote rol bij de begeleiding. Kinderen met EVB+ kunnen agressie laten zien wanneer zij niet lekker in hun vel zitten. Volgens Jessica komt deze agressie altijd ergens vandaan en doen zij dit niet om jou pijn te doen. ‘’Het zijn allemaal super lieve kids die gewoon hulp nodig hebben.’’

Het werk met de doelgroep EVB+ zorgt voor veel mooie momenten. Jessica merkt dat ze snel een band met de kinderen opbouwt en ze vindt het super om er voor hen te zijn. ‘’Kinderen met EVB+ kunnen echt humor hebben op hun eigen manier. Of ze doen iets heel liefs, bijvoorbeeld uit het niets een knuffel of een kus geven. Dat soort dingen zijn gewoon heel erg leuk.’’

Van begeleiders wordt geduld, doorzettingsvermogen en incasseringsvermogen gevraagd. De vele uitdagingen in het werk motiveren Jessica om te blijven werken. Elke dag is anders, hierop moet je kunnen inspelen als begeleider. Tijdens haar werk heeft Jessica veel contact met het netwerk van de kinderen met EVB+ en het team waarin ze werkt. Het team is voor haar heel belangrijk. De kracht van haar team is openheid, behulpzaamheid en het feit dat het team voor iedereen klaarstaat. ‘’Dat ik gewaardeerd word door de kinderen, het team en het netwerk van de kinderen, geeft me veel energie.’’

‘’Het is fijn dat de taboe een beetje van de doelgroep af is’’, zegt Jessica. Zij vindt het belangrijk dat de doelgroep EVB+ meer onder de aandacht komt.

Ben jij nieuwsgierig geworden naar de doelgroep EVB+? Neem een kijkje bij de aangesloten partners om te zien waar een locatie bij jou in de buurt is!

Even voorstellen… Rianne Simons

Rianne Simons (23 jaar) uit Venlo is sinds 1 december gestart als junior onderzoeker voor EVB+ in beeld! Zij is afgestudeerd gezondheidswetenschapper aan de Universiteit van Maastricht. ‘Naast mijn studie heb ik gewerkt met mensen met een licht verstandelijke beperking. Dat beviel heel goed en heeft mijn interesse gewekt om iets te kunnen betekenen voor mensen met een beperking door het doen van wetenschappelijk onderzoek.’ Rianne is daarom vol enthousiasme samen met collega’s begonnen bij het Kennisplatform met het opzetten en uitvoeren van EVB+ in beeld!. Op die wijze hoopt ze een bijdrage te kunnen leveren aan de kwaliteit van bestaan voor mensen met EVB+.

Rianne Simons

We heten Rianne van harte welkom en wensen haar veel plezier en succes met het onderzoek! Een aantal hebben Rianne al ontmoet tijdens de themagroep bijeenkomsten in november en december 2018. Ben je nieuwsgierig en wil je graag kennismaken? Rianne is samen met de andere onderzoekers aanwezig op het symposium EVB+ in de context op 1 februari.